Vorige week werd ik bijna slachtoffer van een fatbike-rijder die full-speed over de stoep, over het terras, even tegen het verkeer in, een stoplicht omzeilde. Gelukkig was-ie sharp en zag-ie mijn voet net op tijd en reed-ie slechts twee stoelen en een tafeltje omver, waarna-ie nonchalant de hoek om blafte. Niets gebeurd. Althans geen vleeswonden of hersenschade. Deze keer.
Fatbikes terroriseren de wereld. Of eigenlijk zijn het natuurlijk de bestuurders.
Vaak zijn het mannen. Stuurtje hoog, achteroverhangend, lekker cruisen met 30, 40, 50 kilometer per uur op je kleine tankje van 30 kilo. Hoodie over je kop, pompende beats op je doppen, zonnebrilletje op – ook als de zon niet schijnt, pilletje of juist jointje in je knar en gaan. Slalommend over de weg, over de stoep of lekker van de paden af in het Noorderplantsoen. Het kan allemaal met zo’n monsterfiets.
Alles voor de easy thrill.
De fatbike is een uitwas van onze easy-kick-dopamine-maatschappij, waarin alles-relaxed-jongen moet zijn én het de snelle kick moet geven. En met chips, pizza en joggingbroek op de bank én met drie energy drink op lekker knallen in Fortnite of Call of Duty. Of chickies kijken op Snapchat en je lege chipszak vullen.
Alles voor de snelle kicks. Maar wel zonder al te veel geld of moeite.
Vaak zijn het mannen. De jongste terroristen zijn een jaar of twaalf, de oudste een jaar of vijftig. Oude mannen op e-bikes hebben we in de binnenstad van Groningen weinig last van.
Ze scheuren, raggen, maar wel relaxed. Lekker tussen de mensen door. Sissen en een beetje contact maken met de vrouwtjes.
Vaak gaat het goed. Soms net niet. Dat geeft de kick. En: wat heb je te verliezen?
Het zijn mannen die thuis niet zo blij zijn en een easy thrill zoeken. De fatbike is hun broederband.
Daar lost een helmplicht, leeftijdsgrens, strengere handhaving op opvoeren of verbieden op de Grote Markt niets aan op. Het zijn die mannen die een verzetje nodig hebben. Of een dikke knuffel. Of jeugdzorg.